Om een Tussenschoolse opvang (TSO) kostenefficiënt te organiseren wordt vaak gebruik gemaakt van vrijwilligers die als TSO krachten worden ingezet. Voor deze inzet worden de vrijwilligers “beloond” middels een onkostenvergoeding. Deze moet echter wel voldoen aan de richtlijnen zoals door De Belastingdienst opgesteld.
In 2006 is de maximale vrijwilligersvergoeding verhoogd van €735,00 naar €1500,00 per jaar. Het maximale bedrag dat per maand mag worden vergoed, is verhoogd naar €150,00. Onduidelijk was echter hoeveel een vrijwilliger per uur of overblijfdienst betaald mag krijgen zonder dat de Belastingdienst loonbelasting gaat heffen. Het ministerie van Financiën heeft hierover een uitspraak gedaan.
Deze uitspraak geeft vrijwillige overblijfkrachten duidelijkheid over de vergoeding die zij belastingvrij mogen ontvangen. Overblijfkrachten ontvangen veelal een vergoeding van €8,00 á €9,00 per keer overblijven. Hiervoor zijn zij (inclusief reizen, voorbereiding en het overblijven zelf) gemiddeld ongeveer 2 uur actief. In de afweging die het ministerie van Financiën heeft gemaakt ten aanzien van de maximale vergoeding per uur is gedacht aan de totaal bestede tijd waarvoor de vergoeding wordt betaald. Dit geeft dus mogelijkheden om vrijwilligers activiteiten zoals reizen naar/van de werkplek, vergaderen, roosterwerkzaamheden en scholing uit te betalen.
Het is aan te bevelen om in het beleidsplan en/of overblijfreglement op te nemen welke tijdsinvestering op een school gevraagd wordt voor een “overblijfdienst”. Hierop kan de vrijwilligersvergoeding vervolgens worden gebaseerd.
Wanneer een vrijwilliger meer dan €4,50 per uur ontvangt, kunt u dit voorleggen aan de Belastingdienst. Als aantoonbaar kan worden gemaakt dat deze hogere vergoeding geen marktconforme beloning is omdat een vrijwilliger over een specifieke opleiding of vaardigheden moet beschikken, blijft de vrijwilligersregeling van toepassing. Dit zou bijvoorbeeld het geval kunnen zijn voor geschoolde coördinatoren.
Voor mensen met een uitkering (WW, WWB, Wajong, WAO en andere vormen) geldt dat u altijd aan uw uitkeringsinstantie vooraf moet melden dat u vrijwilligerswerk doet. Zij zullen u vertellen of u het vrijwilligerswerk gewoon mag blijven doen en of u hiervoor ook een onkostenvergoeding mag aannemen.
Het vrijwilligerswerk mag betaald werk niet in de weg staan en het mag uw kansen op betaald werk niet verkleinen.
WWB Uitkeringsgerechtigden (Wet Werk en Bijstand) mogen meestal vrijwilligerswerk doen met behoud van de uitkering, maar zijn hierbij wel gebonden aan regels. Hier geldt een maximum vergoeding van €95,00 per maand tot een maximum van €764,00 per jaar. Meer informatie over dit onderwerp kunt u krijgen bij uw uitkeringsinstantie.
Alle door u als vrijwilliger werkelijk gemaakte kosten mogen worden vergoed zonder dat de Belastingdienst dat hoeft te weten. Ontvangt u meer vergoeding dan de werkelijke kosten, dan hoeven u en de instelling dat eveneens niet op te geven aan de Belastingdienst, als het maximum vrijgestelde bedrag per jaar maar niet wordt overschreden. Er geldt een maximale vergoeding van €1.500,00 per jaar. Deze vergoeding mag per maand niet meer dan €150,00 bedragen, ongeacht het aantal organisaties waar u als vrijwilliger vrijwilligerswerk doet (Let op: het gaat wel om de totale onkostenvergoeding, dus als u dit bij meerdere instanties doet dan moet u ze wel zelf bij elkaar optellen).
Zolang u beneden de maximum bedragen blijft die door de Belastingdienst worden genoemd (€150,00 per maand en €1.500,00 per jaar) wordt dit niet als inkomsten gezien. Het is een onkostenvergoeding!
Vrijwilligers in de tussen schoolse opvang dienen met ingang van 1 augustus 2010 in het bezit te zijn van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Tot voor kort was deze verklaring niet verplicht, echter hebben zowel de Tweede als Eerste Kamer ingestemd met het amendement om op dit punt de WPO (Wet op het Primair Onderwijs) aan te passen. De VOG dient aan het bevoegd gezag te worden overlegd en mag niet ouder zijn dan twee maanden.